Hoe zit het ook alweer met ons pensioen? In feite bestaat dat uit drie onderdelen ofwel
‘pijlers’. In de eerste pijler valt de AOW-uitkering. Gezien de hoogte, kun je dit beschouwen als een soort basisinkomen. In de tweede pijler valt het pensioen dat je via een werkgever opbouwt. De dga, die in dienst is van zijn eigen onderneming, kan binnen deze pijler een pensioenverzekering afsluiten. Zzp’ers kunnen géén pensioen opbouwen in de tweede pijler (met uitzondering van bepaalde beroepsgroepen). Zij kunnen alleen in de derde pijler een voorziening voor de oudedag opbouwen in de vorm van een lijfrente.
Meer mogelijkheden met lijfrente
De nieuwe wet voorziet in een uitbreiding van de mogelijkheden voor lijfrenteopbouw . Deze wijziging biedt de mogelijkheid tot een hogere inleg dan in het verleden mogelijk was.
Zo wordt de jaarruimte met ingang van 2023 fors hoger, namelijk 30% in plaats van 13,3%. Dit is bijna een verdrievoudiging! Hierdoor is het mogelijk om meer lijfrente af te trekken van de inkomstenbelasting. Naast deze verruiming wordt ook de reserveringsruimte uitgebreid. Vanaf 2023 kun je de onbenutte jaarruimte van de voorgaande tien jaar gebruiken voor het opbouwen van extra pensioen. Voorheen was deze termijn zeven jaar. Ook het maximale bedrag voor de reserveringsruimte (niet benutte jaarruimte) wordt verruimd naar een algemeen geldend maximum van 38.000 euro.
Meer keuze voor dga
Tot juli 2017 was het voor de dga mogelijk om in eigen beheer pensioen op te bouwen. Sindsdien heeft de dga alleen nog de mogelijkheid om pensioen op te bouwen bij een verzekeraar.
Aantrekkelijk aan een pensioenverzekering is dat hierin meestal ook een partner- en wezenpensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is opgenomen. Wie kiest voor een lijfrente zal dergelijke zaken nog afzonderlijk moeten regelen. Bij overlijden keert een lijfrente uitsluitend het opgebouwde saldo uit aan de erfgenamen. Het is belangrijk om daarover na te denken. In het onverhoopte geval dat sprake is van slechts één of enkele jaren inleg, blijven de nabestaanden met een zeer beperkte som geld achter.
Uitkering bij overlijden
De dga kan een partner- en wezenpensioen dus meeverzekeren in de pensioenverzekering. Echter, bij overlijden vervalt – in veel gevallen – het opgebouwde saldo (kapitaal) aan de verzekeraar. Als je kiest voor een bancaire lijfrente, wordt bij overlijden het opgebouwde saldo uitgekeerd aan de erfgenamen, waardoor het saldo niet verloren is.
Overweging rond uitkeringsduur
Natuurlijk zijn er meer verschillen tussen pensioen en lijfrente. Interessant is bijvoorbeeld deze: waar een pensioen garant staat voor een levenslange uitkering, mag de uitkering van een lijfrente tijdelijk zijn. Minimaal vijf jaar vanaf AOW-leeftijd is mogelijk. Ondernemers kunnen er dus voor kiezen om het basisinkomen van de AOW (tijdelijk) te verhogen met een lijfrente. Dga’s hebben daarbij nog de mogelijkheid om binnen de tweede pijler pensioen op te bouwen.
Persoonlijke keuzes, professioneel advies
Keuzes rondom je oudedagsvoorziening zijn altijd persoonlijk en afhankelijk van je financiële en persoonlijke omstandigheden. Bij Sigma Pensioen & Inkomen denken we graag met je mee. Wil je sparren over je inkomen voor later? Laat het weten, we maken graag een vrijblijvende afspraak.